gezestigen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gezestigen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈsɛstəɣə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ge·zes·ti·gen
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

gezestigen

  1. met het aantal van zestig
    • In 't gedrang stiet Stafken op zijne twee vrienden uit het slijpersdorp: "Maar getweeën? en de anderen?"
      - "Niet ver meer van kant, en ze zijn ten minste gezestigen."
      Zestig slijperkens!
       [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'gezestigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.