gingen kapot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gingen kapot    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣɪŋə(n) kaˈpɔt/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • gin·gen ka·pot
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
kapotgaan

gingen (…) kapot

  1. meervoud verleden tijd van kapotgaan
    • Wij gingen kapot. 
    • Jullie gingen kapot. 
    • Zij gingen kapot. 

Gangbaarheid

  • Het woord gingen kapot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.