gingen uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gingen uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣɪŋə(n) ˈœyt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • gin·gen uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitgaan

gingen (…) uit

  1. meervoud verleden tijd van uitgaan
    • Wij gingen uit. 
    • Jullie gingen uit. 
    • Zij gingen uit. 

Gangbaarheid

  • Het woord gingen uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.