goedleers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  goedleers    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • goed·leers
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen goedleers
verbogen goedleerse
partitief goedleers

Bijvoeglijk naamwoord

goedleers [1]

  1. goed kunnende leren
Verwante begrippen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord goedleers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.