grand-duc
Frans
Woordherkomst en -opbouw
Uitspraak
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
grand-duc | le grand-duc | grands-ducs | les grands-ducs |
Zelfstandig naamwoord
grand-duc m
- (adel) groothertog
- (uilen) oehoe
Afgeleide begrippen
- grande-duchesse
- grand-duché
- grand-ducal
Hyponiemen
- [2] grand-duc d'Amérique
- [2] grand-duc d'Europe, hibou grand-duc
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.