granne

Zweeds

Zelfstandig naamwoord

granne g

  1. buurman
    «Medan mina grannar var på semester vattnade jag deras blommor.»
    Terwijl mijn buren op vakantie waren, gaf ik hun bloemen water.
Verbuiging
grannes enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     granne     grannen     grannar     grannarna  
  genitief     grannes     grannens     grannars     grannarnas  
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.