greep vast

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  greep vast    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • greep vast
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
vastgrijpen

greep vast

  1. enkelvoud verleden tijd van vastgrijpen
    • Ik greep vast. 
    • Jij greep vast. 
    • Hij, zij, het greep vast. 

Werkwoord

vervoeging van
vastgrijpen

greep vast

  1. enkelvoud verleden tijd van zich vastgrijpen
    • Ik greep me vast. 
    • Jij greep je vast. 
    • Hij, zij, het greep zich vast. 

Gangbaarheid

  • Het woord greep vast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.