groeide uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  groeide uit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • groei·de uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitgroeien

groeide uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitgroeien
    • Ik groeide uit. 
    • Jij groeide uit. 
    • Hij, zij, het groeide uit. 

Gangbaarheid

  • Het woord groeide uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.