groezelig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  groezelig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • groe·ze·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘niet schoon’ voor het eerst aangetroffen in 1796 [1]
  • afgeleid van gruizel met het achtervoegsel -ig [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen groezeliggroezeligergroezeligst
verbogen groezeligegroezeligeregroezeligste
partitief groezeligsgroezeligers-

Bijvoeglijk naamwoord

groezelig

  1. niet helemaal schoon
    • Hij had tijdens zijn sollicitatiegesprek een groezelige broek aan en hij werd dus ook niet aangenomen. 

Gangbaarheid

  • Het woord groezelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.