hår

Niet te verwarren met: har

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid:  hår    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hår

Zelfstandig naamwoord

hår o

  1. haar
Verbuiging
hårs enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     hår     håret     -     -  
  genitief     hårs     hårets     -     -  
Synoniemen
  • hårborste, hårig, hårstrå, hårsäck, hårfön, hårklyveri
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.