haar af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  haar af    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhar ˈɑf/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • haar af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afharen

haar (…) af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afharen
    • Ik haar af. 
  2. gebiedende wijs van afharen
    • Haar af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afharen
    • Haar je af? 

Gangbaarheid

  • Het woord 'haar af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.