hamburgers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hamburgers    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ham·bur·gers

Zelfstandig naamwoord

dehamburgersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hamburger
     Ik zette er flink de pas in en na een tijdje begon ik bijna te rennen want ik kon de hamburgers al ruiken![1]

Gangbaarheid

  • Het woord hamburgers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.