handloze

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  handloze    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɑndlozə/
Woordafbreking
  • hand·lo·ze
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

handloze

  1. verbogen vorm van de stellende trap van handloos
    • lets van die sfeer moet zijn blijven leven in de gedachten van de jongen Marcel, geboren met een handloze arm en daarom door enkele dorpsbewoners geschuwd. [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.