hank

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hank    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hank
Woordherkomst en -opbouw
  • Zuid-Nederlands voor legplank
enkelvoud meervoud
naamwoord hank
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehankm

  1. een plank tegen de muur, om iets op te zetten
  2. (waterbeheer) dode rivierarm
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'hank' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.