herdersuurtje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  herdersuurtje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɛr.dərsˌyr.tjə/
Woordherkomst en -opbouw
  1. dim. tant. verkleinvorm van herdersuur.
Woordafbreking
  • her·ders·uur·tje

Zelfstandig naamwoord

hetherdersuurtjeo

  1. (eufemisme) tijdstip of moment waarop geliefden heimelijk samen kunnen zijn
     gij moogt tot veele andere dingen goed zijn, maar gewis niet tot Minnaar of uitlegger der Liefde. Hier is alles oogenblik, alles gelukkig Herdersuurtje![1]
Synoniemen
Vertalingen

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Rhijnvis Feith
    Tweede brief. Over het minnedicht in 't algemeen. in: Brieven over verscheide onderwerpen., Deel 5 (1790), Johannes Allart, Amsterdam, p. 50 op dbnl.org
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.