het bed maken

Uitspraak

• Geluid:  het bed maken    (hulp, bestand)
• IPA: / hɛdˈbɛtmakə(n) / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• het bed ma·ken

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  het, bed  en maken, vergelijk Frans faire le lit; in plaats van "het" wordt vaak het bezittelijk voornaamwoord gebruikt dat past bij het onderwerp van de zin ^{[1] [2]}

Werkwoord

het bed maken

1. de slaapplaats weer netjes maken, door dekens en lakens zo te schikken dat het gebruik in een voorgaande nacht niet meer te zien is

   ▸ ⧖ Na de Mis konden we eene tas koffie en melk met boter en brood gaan nemen in den spijszaal. Ondertusschen had een bediende onze bedden gemaakt, doch onze cabiengezel, representant van eene Fransche ijzerfabriek op weg naar Tonkin, ‘lag er nog in’.^[3]

Gangbaarheid

• Het woord 'het bed maken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen