hield hoog

Uitspraak

• Geluid:  hield hoog    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈhilt ˈhox / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• hield hoog

Woordherkomst en -opbouw

• uit hield (werkwoord) en hoog (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

hield (…) hoog

1. enkelvoud verleden tijd van hooghouden
   

   • Ik hield hoog. 
     
   • Jij hield hoog. 
     
   • Hij, zij, het hield hoog. 

Gangbaarheid

• Het woord hield hoog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.