hijsen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hijsen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hij·sen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘naar boven trekken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1645 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hijsen
hees
gehesen
klasse 1 volledig

Werkwoord

hijsen

  1. overgankelijk iets met een touw of kabel in opwaartse richting trekken, al dan niet middels een katrol
    • Zij hesen de zeilen en voeren hoog aan de wind naar het westen. 
     Wederom slingerde hij mijn touw in één keer over de hoge tak, bevestigde mijn voedselzak eraan, hees hem vier meter de lucht in en bond het touw vast aan de stam van de boom. Zo doe je dat.[2]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

dehijsenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hijs

Gangbaarheid

  • Het woord hijsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.