hivpositief

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hivpositief    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hiv·po·si·tief
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen hivpositief
verbogen hivpositieve
partitief hivpositiefs

Bijvoeglijk naamwoord

hivpositief

  1. (medisch) besmet zijn met het hiv virus
Opmerkingen
  • de uitspraak van hivvirus en hiv-virus is verschillend
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord hivpositief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.