homologeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  homologeren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ho·mo·lo·ge·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
homologeren
homologeerde
gehomologeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

homologeren [3]

  1. overgankelijk bekrachtigen, goedkeuren
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord homologeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.