hooggeschoold

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hooggeschoold    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hoog·ge·schoold
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen hooggeschoold
verbogen hooggeschoolde
partitief hooggeschoolds

Bijvoeglijk naamwoord

hooggeschoold

  1. met een goede, hoge opleiding
     Met technisch hooggeschoold voetbal en de goedlachse spelers verovert Ajax de voetbalharten in Nederland en (ver) daarbuiten. Ook in Studio Voetbal is er veel lof voor de aanhoudend goede prestaties van de Amsterdammers.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord hooggeschoold staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Lof voor het spelplezier van Ajax, met Van de Beek in het bijzonder” (Maandag 6 mei 2019, 00:15), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.