hoopgevend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoopgevend    (hulp, bestand)
  • IPA: /hopˈxevənt/ (3 lettergrepen); /hopˈɣevənt/
Woordafbreking
  • hoop·ge·vend
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen hoopgevendhoopgevenderhoopgevendst
verbogen hoopgevendehoopgevenderehoopgevendste
partitief hoopgevendshoopgevenders-

Bijvoeglijk naamwoord

hoopgevend

  1. leidend tot gunstige verwachtingen voor de toekomst
    • We zijn nog niet thuis, maar dat de treinen weer gaan rijden is een hoopgevend bericht. 

Gangbaarheid

  • Het woord hoopgevend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.