hoort uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoort uit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hoort uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uithoren

hoort uit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithoren
    • Jij hoort uit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithoren
    • Hij hoort uit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uithoren
    • Hoort uit! 

Gangbaarheid

  • Het woord hoort uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.