hoven

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoven    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ho·ven
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hoven
hoofde
gehoofd
zwak -d volledig

Werkwoord

hoven

  1. inergatief (verouderd) aan het hof ontvangen, aan tafel genood worden
    • Daar geen brood is, is 't kwaad hoven. - Arch. (1811) [1]. 

Zelfstandig naamwoord

dehovenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hof

Gangbaarheid

  • Het woord hoven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Nederduitsch taalkundig woordenboek. P. Weiland 1807-1811
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.