huiverig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  huiverig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hui·ve·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van huiveren met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen huiverighuiverigerhuiverigst
verbogen huiverigehuiverigerehuiverigste
partitief huiverigshuiverigers-

Bijvoeglijk naamwoord

huiverig

  1. angstig, bang, aarzelend, voorzichtig
    • Hij was heel huiverig om al zijn geld in het bedrijf van zijn broer te stoppen. 
Afgeleide begrippen
  • huiverigheid

Gangbaarheid

  • Het woord huiverig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.