ic-verpleegkundige

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ic-verpleegkundige    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ic-ver·pleeg·kun·di·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ic-verpleegkundige ic-verpleegkundigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deic-verpleegkundigev/m

  1. (medisch) (beroep) een verpleegkundige die werkzaam is op de intensive care van een ziekenhuis
    • De ic-verpleegkundige draaide een dienst van 12 uur achter elkaar. 

Gangbaarheid

  • Het woord ic-verpleegkundige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.