illumineren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  illumineren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • il·lu·mi·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verlichten, versieren’ voor het eerst aangetroffen in 1450 [1]
  • Naamwoord van handeling van het Franse illuminer (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
illumineren
illumineerde
geïllumineerd
zwak -d volledig

Werkwoord

illumineren overgankelijk [3]

  1. feestelijk verlichten
  2. met ornamenten versieren, illustreren
  3. met doorschijnende kleuren opwerken
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord illumineren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.