incongruent

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  incongruent    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɪŋkɔŋɣrywɛnt/
Woordafbreking
  • in·con·gru·ent
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘niet overeenstemmend’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • van het Latijn incongruens; op te vatten als afleiding van congruent met het ontkennend voorvoegsel in-[2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen incongruentincongruenterincongruentst
verbogen incongruenteincongruentereincongruentste
partitief incongruentsincongruenters-

Bijvoeglijk naamwoord

incongruent

  1. niet overeenstemmend
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord incongruent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
83 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.