in-

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  in-    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɪn/ (1 lettergreep)
Woordherkomst en -opbouw

Voorvoegsel

in-

  1. heel, erg (versterkend voorvoegsel voor inheemse bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden)
  2. on-, niet (als deel van uitheemse woorden die moderne talen als Engels en Frans of direct aan het Latijn zijn ontleend)
  3. in, naar, tegen (als deel van uitheemse woorden die moderne talen als Engels en Frans of direct aan het Latijn zijn ontleend)
  • (er bestaan ook veel samenstellingen met in als linkerdeel: het heeft daarbinnen dezelfde betekenis als het losse woord en wordt dan niet als voorvoegsel beschouwd)
Opmerkingen
  • Een woord dat met in- wordt versterkt ([1]) kan nog meer worden versterkt door er in- en voor te zetten:
    • Iemand pesten die veel verdriet heeft, is in- en ingemeen. 
  • In het Latijn is bij [2] en [3]) door assimilatie de n voor sommige medeklinkers weggesleten:
in- voor:b..g..l..m..p..r..
werd:imb..ig..ill..imm..imp..irr..
voorbeeld [2]:imbecielignorantieillegaalimmensimpopulairirrelevant
voorbeeld [3]:imbibitieignitronilluminerenimmigrantimportirrigatie
  • Direct of indirect aan het Latijn ontleende woorden kunnen ook met in- beginnen omdat ze gevormd zijn met de voorvoegsels infra-,inter-, intra- of intro-.
Afgeleide begrippen
Afgeleide begrippen
  • enige woorden met versterkend voorvoegsel die nog kunnen worden aangebracht
  • inbronstig
  • intreurig
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'in-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Latijn

Huidig
bestand
3

Voorvoegsel

Woordherkomst en -opbouw
  1. van het voorzetsel in
  2. cognaat met Oudgrieks α- (a-) en Nederlands on-

in-

  1. in, op, naar, tegen
  2. niet, on-
Overerving en ontlening
  1. Nederlands: in- [3]
  2. Nederlands: in- [2]
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.