indiscreet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  indiscreet    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɪndɪs'kret/
Woordafbreking
  • in·dis·creet
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onbescheiden’ voor het eerst aangetroffen in 1480 [1]
  • van Frans indiscret [2][3]; op te vatten als afgeleid van discreet met het ontkennend voorvoegsel in-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen indiscreetindiscreterindiscreetst
verbogen indiscreteindiscretereindiscreetste
partitief indiscreetsindiscreters-

Bijvoeglijk naamwoord

indiscreet

  1. onbescheiden
    • Het verzoek om een bijdrage te leveren aan deze bundel is eigenlijk heel indiscreet. [4]
  2. ongepast, niet netjes
    • Door de blik van Danaë op het licht van de naderende Zeus te richten, kwam zij volgens Bal in een positie te liggen die haar bevrijdde van indiscreet voyeurisme. [5]
  3. inbreuk makend op vertrouwelijkheid
    • De brief die Otto zo indiscreet had ingezien, was vermoedelijk eveneens afkomstig van zijn tante. [6]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord indiscreet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[7]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.