ingeworteld

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ingeworteld    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɪŋɣəˌwɔrtəlt/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • in·ge·wor·teld
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ingeworteldingewortelderingeworteldst
verbogen ingeworteldeingeworteldereingeworteldste
partitief ingeworteldsingewortelders-

Bijvoeglijk naamwoord

ingeworteld

  1. diep en vast in iemand verankerd
     Fout, tante Johannes huis kon nooit beschouwd worden als vijandelijk gebied, dat was alleen een ingeworteld idioot idee van zijn moeder en nietsnut van een halfbroer Acke.[2]
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van: inwortelen…
verbogen vorm: ingewortelde

ingeworteld

  1. voltooid deelwoord van inwortelen

Gangbaarheid

  • Het woord ingeworteld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.