inhoudelijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inhoudelijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·hou·de·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen inhoudelijkinhoudelijkerinhoudelijkst
verbogen inhoudelijkeinhoudelijkereinhoudelijkste
partitief inhoudelijksinhoudelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

inhoudelijk

  1. meer de inhoud betreffende dan de vorm
    • Hij gaf niet om allerlei formele regels, het ging hem om de inhoudelijke kant van de zaak 
     De fabrikant van het kunsthart heeft bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd een melding gemaakt van het overlijden van de patiënt, zo bevestigt de inspectie na berichtgeving van het EO-programma Dit is de Kwestie. De ontwikkelaar van het kunsthart is het Franse biomedische bedrijf Carmat. Het gaat om een verplichte melding, aldus de inspectie. Over de inhoudelijke behandeling wil een woordvoerder niets zeggen.[1]
Hyponiemen
  • beleidsinhoudelijk, niet-inhoudelijk, onderwijs-inhoudelijk, onderwijsinhoudelijk, vakinhoudelijk, werkinhoudelijk, zorginhoudelijk
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord inhoudelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Man die vorig jaar als eerste Nederlander een kunsthart kreeg overleden” (07 juli 2022), NU.nl
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.