inhoudelijkheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inhoudelijkheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·hou·de·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
afleiding van inhoudelijk met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inhoudelijkheid | inhoudelijkheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de inhoudelijkheid v
- dat wat betrekking heeft op de inhoudelijke kant van de zaak
- ▸ Hij ziet dat Kamerleden en media kritischer zijn gaan kijken naar de dienst. "Vragen als: waar zit de echte inhoudelijkheid? Is er collectief geheugen? Is het niet vooral carrièrebouw? Hoe zit het met de kwaliteit van het management? Die zorgen worden wel langer geuit, maar er is nu echt sprake van een piek in aandacht."[1]
- ▸ Evenementen over grondwet en grondrechten (Den Haag, maart 2014) en over de internationale oriëntatie van ons land in (Maastricht, september 2014) voltrokken zich volgens hetzelfde patroon. Ook hier weer pogingen om amusement en inhoudelijkheid te combineren. De nationale clubdag in Zwolle (twee dagen vóór Koningsdag) wil dat opnieuw. In aanwezigheid van Willem-Alexander en Máxima is er een 'verenigingsfestival'met presentaties, muziek, sportclinics, workshops, een popquiz etc.[2]
Gangbaarheid
- Het woord inhoudelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Irene de Kruif“Onderzoek naar ‘baantjescarrousel’ topambtenaren” (vrijdag 15 mei 2020, 21:09), NOS
- ↑ Weblink bron Piet van Asseldonk“Viering 200 jaar koninkrijk heeft vele gezichten” (zaterdag 18 april 2015, 12:44), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.