inklemmen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inklemmen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈinklɛmə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • in·klem·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

inklemmen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inklemmen
klemde in
ingeklemd
zwak -d volledig
  1. vast komen zitten tussen twee of meer andere zaken
    • De PvdA laat de partijen waar het de meeste verwantschap mee voelt, in de steek en laat zich inklemmen tussen twee christelijke partijen.” [2] 
    • Om de landhonger te stillen zijn 450 polders aangelegd, zijn rivieren in het korset van hun zomerbedden geperst. Nog steeds neemt de druk op de ruimte toe, maar doorgaan met landwinning is geen optie. Inklemmen van water eist zijn tol. [3] 
Afgeleide begrippen
  • inklemming
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord inklemmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.