inreiscontrole

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inreiscontrole    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·reis·con·tro·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inreiscontrole inreiscontroles
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deinreiscontrolev/m

  1. de controle op goederen of mensen bij het binnenreizen van een land of ander gebied
    • Toen we van vakantie terugkwamen vond er een inreiscontrole plaats. 
Antoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.