insulair

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  insulair    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·su·lair
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘eiland-’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • afgeleid van het Franse insulaire met het achtervoegsel -air [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen insulairinsulairderinsulairst
verbogen insulaireinsulairdereinsulairste
partitief insulairsinsulairders-

Bijvoeglijk naamwoord

insulair [3]

  1. betrekking hebbend op eilanden, eiland-
Hyponiemen
  • interinsulair
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord insulair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
66 %van de Nederlanders;
70 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.