internetloos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  internetloos    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·ter·net·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen internetloosinternetlozerinternetloost
verbogen internetlozeinternetlozereinternetlooste
partitief internetloosinternetlozers-

Bijvoeglijk naamwoord

internetloos

  1. zonder internet
    • Mijn kinderen kunnen nauwelijks geloven dat er een internetloze wereld heeft bestaan. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'internetloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.