invoke
Engels
| vervoeging | |
|---|---|
| onbepaalde wijs | to invoke |
| he/she/it | invokes |
| verleden tijd | invoked |
| voltooid deelwoord |
invoked |
| onvoltooid deelwoord |
invoking |
| gebiedende wijs | invoke |
Uitspraak
- Geluid:
Woordherkomst en -opbouw
- Via Middelengels invoken/envoken van Oudfrans envoquer/invoquer, Latijn invocare.[1]
Werkwoord
invoke
- overgankelijk aanroepen, inroepen, te hulp roepen
- overgankelijk, (scheepvaart) praaien [2]
- overgankelijk in herinnering roepen
- overgankelijk met zich meebrengen, oproepen, veroorzaken
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.