praaien

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  praaien    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • praai·en
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘aanspreken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1651 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
praaien
praaide
gepraaid
zwak -d volledig

Werkwoord

praaien [3]

  1. overgankelijk iemand aanspreken, aanklampen, aanroepen, oproepen
  2. overgankelijk, (scheepvaart) in het bijzonder: (op zee) (via de radio) communicatie beginnen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord praaien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
40 %van de Nederlanders;
53 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.