inweken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inweken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·we·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inweken
weekte in
ingeweekt
zwak -t volledig

Werkwoord

inweken [1]

  1. onovergankelijk in een vloeistof liggen om week te worden
  2. overgankelijk in een vloeistof leggen om het week te maken
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • inweking
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
inwijken

inweken

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inwijken
    • ...dat wij inweken. 
    • ...dat jullie inweken. 
    • ...dat zij inweken. 

Gangbaarheid

  • Het woord inweken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.