ironieën

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ironieën    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌiroˈnijə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • iro·nie·en
Woordherkomst en -opbouw
  •  ironie zn  met de uitgang -en

Zelfstandig naamwoord

deironieënmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ironie
     Een van de typerende ironieën van de experimentele poëzie wil dat deze dichters hun einddoel - zien en spreken als een kind, eenvoudig dus - trachten te bereiken via moeilijke, allesbehalve voor de hand liggende neologismen en beelden.[1]
     Misschien is het waar dat je over alles wel ironisch kunt doen, maar het is ook onzin. Er zijn geen twee ironieën aan elkaar gelijk, ik bedoel, elke ironie heeft zijn eigen tint.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord 'ironieën' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse poëzie.”, 3e druk (2008), Vantilt, Nijmegen, ISBN 9789077503638, p. 730
  2. Weblink bron Ironie als zelfverdediging : Over Henk Romijn Meijer in: Ons Erfdeel., jrg. 45 nr. 5 (november 2002), Stichting Ons Erfdeel, Rekkem / Raamsdonksveer, p. 698
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.