isofoon

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  isofoon    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • iso·foon
Woordherkomst en -opbouw
  • met het voorvoegsel iso- met het achtervoegsel -foon
enkelvoud meervoud
naamwoord isofoon isofonen
verkleinwoord isofoontje isofoontjes

Zelfstandig naamwoord

isofoon

  1. lijn van constante luidheid
  2. (taalkunde) lijn waardoor op een dialectkaart gebieden met gelijke klank in bepaalde woorden begrensd worden

Gangbaarheid

  • Het woord 'isofoon' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.