jaagde uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jaagde uit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • jaag·de uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitjagen

jaagde (...) uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitjagen
    • Ik jaagde uit. 
    • Jij jaagde uit. 
    • Hij, zij, het jaagde uit. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'jaagde uit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.