uitjagen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitjagen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·ja·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitjagen
jaagde uit
joeg uit
uitgejaagd
klasse 6

zwak -d

volledig

Werkwoord

uitjagen

  1. overgankelijk een persoon of dier dwingen een plek te verlaten
    • We worden feitelijk de stad uitgejaagd.[1] 

Gangbaarheid

  • Het woord 'uitjagen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.