jagluiperd

Afrikaans

Uitspraak
  • IPA /ˈjɑxlœʏ̯pərt/   geluid 
enkelvoud meervoud
naamwoord jagluiperd jagluiperds

Zelfstandig naamwoord

jagluiperd

  1. (roofdieren) jachtluipaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.