joeg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  joeg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • joeg

Werkwoord

vervoeging van
jagen

joeg

  1. enkelvoud verleden tijd van jagen
    • Ik joeg. 
    • Jij joeg. 
    • Hij, zij, het joeg. 
     Maar het vooruitzicht om helemaal alleen daar boven te slapen joeg mij angst aan.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord joeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
72 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.