kører

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈkøːʌ /
Woordafbreking
  • kø·rer
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van het Deense werkwoord køre met het achtervoegsel -er
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kører     køreren     kørere     kørerne  
genitief   kørers     kørerens     køreres     kørernes  

Zelfstandig naamwoord

kører

  1. berijder, bestuurder, chauffeur (mannelijke vorm)
  2. berijdster, bestuurster, chauffeuse (vrouwelijke vorm)
Afgeleide begrippen
  • dødsdromkører
  • knallertkører
  • medkører
  • motorkører
  • racerkører
  • speedwaykører
  • testkører

Werkwoord

kører

  1. tegenwoordige tijd van køre

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.