kaande
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kaande (hulp, bestand)
- IPA: /ˈkandə/
Woordafbreking
- kaan·de
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kanen |
kaande
- enkelvoud verleden tijd van kanen
- Ik kaande.
- Jij kaande.
- Hij, zij, het kaande.
- Ik kaande.
Gangbaarheid
- Het woord kaande staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.