kanterkazen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kanterkazen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɑntərˌkasə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kan·ter·ka·zen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

dekanterkazenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kanterkaas
    • Op deze tentoonstelling waren de volgende rubrieken vertegenwoordigd: ¼ vat Friesche boter; vier nagelkazen; vier kanterkazen; monsters van akkerbouwproducten als rogge, garst, tarwe, haver, lijnzaad, boonen, aardappelen, vlas. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'kanterkazen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.