kanterkaas

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kanterkaas    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɑntərˌkas/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kan·ter·kaas
Woordherkomst en -opbouw
  • van Middelnederlands cantercase dat kan verwijzen naar Cantal ; een alternatieve verklaring waarin kant verwijst naar de rechte hoek die de zijkant met de vlakke onder- en bovenkant maakt, hoeft daarmee niet in strijd te zijn omdat die vorm ook bij kaas uit Cantal gangbaar is [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kanterkaas kanterkazen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dekanterkaasm

  1. (voeding) benaming voor soorten gele kaas uit koemelk, vaak bereid met komijnen of kruidnagels
    • Trenta heeft de vorm van een kanterkaas te vergelijken met een Friese nagelkaas en een Leidse kaas. [3]
Hyponiemen
Opmerkingen
  • De benaming "Kanterkaas" is door de EU vastgelegd als beschermde oorsprongsbenaming voor kanterkaas uit Friesland en het Westerkwartier.[4]

Gangbaarheid

  • Het woord 'kanterkaas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.